Reis door Oeganda
Donderdagochtend 5 april zijn mijn moeder en broer aangekomen op het vliegveld bij Kampala. Ik had die nacht al in Kampala geslapen, om ze te kunnen ophalen. Na een dagje rustig aan doen in Kampala, zijn we vrijdagochtend vertrokken voor een rondreis door Oeganda. Doel van de reis: Veel dieren en mooie natuur zien!
Donderdag was het al meteen raak, want met een wandeling door de wijk waar we verbleven, konden we al maraboes, (een grote, grijze ooievaarsoort) en een reuze schildpad van 400 jaar oud zien!
Vrijdagochtend vertrokken we echter pas echt naar het eerste Nationale Park; Murchison Falls! Onderweg zijn we nog langs het neushoorn reservaat gegaan, waar we op 10 meter afstand van de
neushoorns hebben gestaan! Best wel eng, maar ook heel gaaf.
Zaterdagochtend moesten we vroeg op om de Nijl over te steken naar het stuk waar de meeste wilde dieren zaten. Al bij het wachten op de pond zagen we onze eerste nijlpaard! Daarna was het helemaal
feest, want terwijl ze op het dak van onze jeep zaten, zagen we de zonsopgang op de savanne... Met giraffes, antilopen, wrattenzwijnen (Poemba), buffels en olifanten! We keken onze ogen uit. Maar
wat wou ik nou echt zien? Leeuwen! En ja hoor, na een uurtje rijden kregen we ook die te zien! Twee leeuwinnen van veraf, maar ook eentje van dichtbij, terwijl ze op de weg lag te rusten. Wauw!
Bijna onwerkelijk. De hele ochtend hebben we door het prachtige park gereden en ook nog stokstaartjes (Timon), nog meer nijlpaarden, hagedissen, bavianen en bijzondere vogels gezien.
's Middags zijn we met een boot naar de watervallen van het park gevaren en hebben we ook nog een aantal dieren aan de oever gezien. Waaronder krokodillen! Wat zien die beesten er groot en eng uit
zeg, echt indrukwekkend. Bij de watervallen (die van veraf al super mooi) zijn we aan de oever gegaan, om vanaf daar naar de top te wandelen. Wat heb ik genoten van die wandeling! De zon scheen, je
hoorde het bulderende water steeds duidelijker, en links van ons hadden we ook nog eens een prachtig uitzicht op die mooie watervallen! Het was een dag om nooit te vergeten.
Zondag reden we verder naar het volgende Nationale Park; Kibale. Het was eerste paasdag en toen we het park uitwaren en langs de dorpjes reden liepen de mensen in hun mooiste kleding naar de kerk
voor de paasviering. Tussen de middag hebben mijn moeder en broer hun eerste Oegandese maaltijd gehad, wat gelukkig niet tegenviel! 's Avonds kwamen we aan op onze tweede kampeerplaats, op een
heuvel met een prachtig uitzicht over theeplantages en bossen.
Maandag zijn we gaan fietsen bij het Rwenzori gebergte. Daarna hebben we geluncht bij de Mpora Rural Family (www.ugandahomestay.com). Dit is een project gestart door Morence Mpora, een Oegandees
die opkwam voor de kinderen in zijn omgeving. Het project heeft een basisschool en een middelbare school (net als Up4s) en vangt kinderen op die wees zijn geworden (door bijvoorbeeld AIDS). Robert,
de jongen die ons de fietsen verhuurd heeft en met onze meegefietst is voor de route, is ook een van de wezen die opgevangen is door Morence. Daardoor heeft hij naar school gekund en heeft hij nu
zijn eigen bedrijf in het organiseren van fietstochten en wandelingen voor toeristen. De Mpora Rural Family biedt ook werk of stage aan voor vrijwilligers! Dus mocht het je geïnteresseerd zijn,
kijk op de site van het project! Je kunt Morence altijd mailen met vragen. Ook financiële hulp kunnen ze overigens altijd gebruiken.
Dinsdag zijn we het regenwoud ingegaan! Naast dat lopen door een regenwoud op zich al avontuur genoeg is, hebben we gezocht naar Chimpansees. En die vonden we al gauw, na een uurtje ongeveer. Ze
zaten bovenin de bomen, vruchten te eten. Er waren er twee op de grond, maar helaas gingen die ook al snel naar boven. Toen hebben we uur staan wachten tot ze naar beneden zouden komen. Toen we net
op het punt stonden de hoop op te geven en weer terug te gaan, kwamen er gelukkig nog twee naar beneden! En we hebben van heel dichtbij nog even naar ze kunnen kijken. Gek zeg, dat ze zo op mensen
lijken!
Woensdag hadden we nog een korte wandeling door een moeras, bij het regenwoud in de buurt. Ook daar hebben we nog wat apen gezien (kleinere apen, in dit geval). Daarna zijn we vertrokken van onze
campingplaats, om de laatste nacht van onze reis te slapen in een boomhut, midden in het regenwoud.
En die donderdag gingen we alweer op weg terug naar Bukomansimbi en Binyobirya! Onderweg nog even een Rolex gegeten (Chapati, gebakken eieren, kool en tomaat) en om 3 uur waren kwamen we al aan.
Het laatste stukje moest ik onze chauffeur vertellen hoe we moesten rijden, want de weg tussen Masaka en Binyobirya kende ik beter dan hij! Dat was wel grappig. Het was fijn om weer ‘thuis' in
Binyobirya te zijn, en nog leuker om mijn broer en mijn moeder het dorpje te laten zien! De volgende dag heb ik ze ook nog rondgeleid op de school en in Bukomansimbi.
En toen ging Teun op zaterdag alweer terug naar Nederland en waren mijn moeder en ik met ons tweeën over. En nu is het nog maar twee nachtjes slapen en dan zijn ook wij weer in Nederland!
Ik kan helaas geen foto's van de reis op mijn site zetten, want die heeft Teun mee terug genomen. (Met mijn fototoestel zijn bijna geen foto's gemaakt, omdat die het niet zo goed deed.) De foto's van de reis zal ik er dus in Nederland alsnog opzetten.
What is the meaning of the word love?
Afgelopen maand heb ik op de secondary school seksuele voorlichting gegeven. In Nederland heb ik dat ook een aantal keer gedaan bij 2e klassen op de middelbare school. Hier is dat natuurlijk wel even anders! Daarom heb ik de eerste maand dat ik hier was besteed aan het voorbereiden van de lessen en ze aan te passen aan deze cultuur en de kennis die de studenten al hadden. Gewapend met Engelstalige boekjes, maandverband en condooms ben ik in maart vol enthousiasme begonnen met de eerste lessen aan de oudste klas.
In Oeganda bestaat de seksuele voorlichting nu nog voornamelijk uit het herhalen van de zin ‘don't have sex'. Deze zin wordt dan vaak onderbouwd met de volgende redenen waarom je geen seks moet hebben: Je kan ziek worden, zwanger raken, het huis uit gezet worden door je ouders, arm worden, in de gevangenis terecht komen of dood gaan. Ook getrouwd zijn voordat je seks hebt is hier erg belangrijk.
In mijn eerste les wou ik beginnen met het creëren van een goede sfeer en het geven van wat informatie over de puberteit. In Nederland weten kinderen vaak al van de puberteit af voor ze er in
zitten, maar hier weten meiden bijvoorbeeld soms niet wat hun overkomt als ze hun eerste menstruatie hebben. Bovendien zitten de jongeren hier ook nog eens op een internaat, waardoor ze met vragen
ook niet zo snel bij hun ouders terecht kunnen. Leerkrachten zijn daarin toch iets moeilijker te benaderen.
In de tweede les, als ik wat meer weet over wat de jongeren al weten, zou ik wat verder op de stof ingaan. Ik zou de lessen geven in kleine groepjes van 6 jongeren, met de meiden en de jongens
apart. En dan lekker buiten onder de mangoboom, zodat het makkelijker was om gewoon te praten met elkaar op hetzelfde niveau.
De eerste les nam ik 5 meiden van gemiddeld 16 jaar mee uit de klas. Na een voorstelrondje begonnen we met een spel waarin de jongeren op moeten schrijven wat de verschillen waren tussen meiden en
jongens. De meiden waren verlegen en giechelig, maar uiteindelijk kwamen ze toch wel los gelukkig. Daarna vertel ik wat over hoe de lessen eruit gaan zien en bekijk ik wat de jongeren hebben
neergezet bij de verschillen tussen meiden en jongens. Daarbij voeg ik dan informatie toe waar nodig. De meiden schreven bijvoorbeeld bij ‘meiden' neer; ‘hebben menstruele perioden' en dan vertel
ik daar vervolgens wat meer over (op welke leeftijd die bij de meesten beginnen, hoe lang die periodes meestal duren en hoeveel tijd er tussen de perioden zitten). Ook vertel ik dat je vanaf dat
moment zwanger kan raken.
Daarna probeer ik de jongeren wat informatie te geven via een ‘seksuele voorlichting woordenboek'. Ik vraag ze daarbij bepaalde woorden op te zoeken en ze hardop voor te lezen. Het was leuk om te
merken dat de jongeren ook al naar woorden gingen kijken die ik niet had gevraagd op te zoeken.
En hierna is het alweer tijd voor het beantwoorden van vragen! Tijdens de les kunnen de jongeren vragen op papier schrijven en in de ‘vragenbox' doen. Alle jongeren zijn verplicht ten minste één
papiertje erin te doen. (Als ze geen vraag hebben, kunnen ze er ook een nonsensvraag op zetten, zolang ze maar wel 't papiertje erin doen.) Op die manier weet niemand welke vraag van welke jongere
kwam. Dit werkt hier erg goed. De jongeren zijn verlegen en durven weinig te zeggen tijdens de les, maar in hun vragen hoefden ze zich niet in te houden! Veel vragen bij de eerste les gaan over de
puberteit en alle onzekerheden die daarbij horen. ‘Ik sla soms een keer ongesteld zijn over, is dat wel normaal?' of ‘Hoe moet ik voor mezelf zorgen als ik ongesteld ben?' Maar sommige vragen in de
eerste les gaan ook al over seks, bijvoorbeeld: ‘Hoe weet ik of ik zwanger ben?'
De tweede les begin ik met een spel waarin ik jongeren wil laten nadenken over de stappen die zitten tussen de eerste ontmoeting en seks. Ze krijgen dan 13 kaartjes met op ieder kaartje een stap,
bijvoorbeeld; ‘daten', ‘kus' of ‘trouwen'. Het was erg leuk om te zien dat de jongeren dan hevig met elkaar in discussie konden gaan over wat nou eigenlijk eerder of later moest komen. En ook was
het voor mij interessant om te zien wat de jongeren een goede volgorde vonden.
Daarna legde ik bij de meiden (en later ook de jongens) uit hoe je hygiënisch en gezond blijft. Tijdens dit gedeelte kwam ik erachter dat als de meiden geen geld hadden voor (wegwerp)maandverband,
ze watten, toiletpapier of ouwe kleding gebruiken. Gelukkig kan ik daar verandering ik brengen, met het geld wat ik mee heb gekregen uit Nederland! Ik heb een organisatie gevonden die (in Masaka)
maandverband maakt die je kan wassen (zie www.afripads.com). Het van goede kwaliteit en veel hygiënischer dan wat de meiden nu gebruiken. En, omdat je het kan wassen en opnieuw kan gebruiken, is
het ook veel goedkoper. Eén pakketje kost €3,50 en daar kunnen ze een jaar mee doen! Ik heb voor alle meiden op de secondary school een pakketje besteld! (Bedankt voor alle mensen die hier aan
meebetaald hebben!) Tijdens mijn lessen heb ik uitgelegd hoe ze het maandverband moeten gebruiken en wassen, zodat het goed en hygiënisch blijft.
Daarna kom ik terug op het spel met de stappen en leg ik wat meer uit over seks (en vooral de consequenties ervan). Ik benadruk extra dat seks iets is voor op latere leeftijd met een vaste partner
die speciaal voor je is. Ook leg ik bij de meiden extra nadruk op ‘nee' zeggen als je iets niet wil. Daarna laat ik zien hoe een condoom werkt. Ook vertel ik over de anticonceptiepil. Ik heb een
pakje hier gekocht bij de apotheek om ze te laten zien. Van zo'n pil hebben de meiden vaak nog nooit gehoord, laat staan dat ze 't gezien hebben. Families met 10 tot 15 kinderen zijn hier geen
uitzondering, wat daar waarschijnlijk wel mee te maken heeft. Dat is overigens wel al aan het veranderen; de (jonge) leerkrachten hier op school zouden bijvoorbeeld niet meer dan 4 kinderen willen.
De lessen met de jongens waren wel een groot verschil. Gelijk bij de eerste lessen kwamen er al vragen over seks waaruit bleek dat ze heel wat verder waren dan de meiden (of in ieder geval meer durven toe te geven dat ze verder zijn). In de tweede les heb ik daarom meer aandacht besteed aan de consequenties die seks met zich meebrengt, zoals zwangerschap en SOA's. Ook wil ik in de klas nog een video laten zien hiervan (met persoonlijke verhalen en beelden die afschikken). Het lijkt erop dat hier de man echt nog de baas is in de relatie. Liefde lijkt ook niet altijd in het spel te zijn.
Ik heb me soms wel echt verbaasd over dingen die de jongeren zeiden of vragen die ze stelden. Het niveau van wat ze al weten is vele malen lager dan in Nederland. Ze hebben hier bijna geen beschikking over een tv of internet en door ouders of leerkrachten wordt ook bijna niks verteld. Dat vond ik juist leuk aan het lesgeven hier, met vragen als: ‘What is the meaning of the word love?' of ‘When a boy asks me to be his girlfriend, what should I say?'. Maar soms waren vragen ook moeilijk of schokkend, zoals: ‘Why is it not allowed to play sex while studying?' of ‘Some people say that a girl can't get pregnant when you have seks standing up, is that true?'
Deze dagen ben ik bezig geweest met het overdragen van mijn lessen. Nog niet alle jongeren zijn aan de beurt geweest en daarom hoop ik dat mijn lessen gegeven kunnen worden door andere leerkrachten, als ik straks weg ben. Dat wordt vast nog lastig, maar ik ga het in ieder geval proberen! Het is naar mijn mening erg belangrijk dat de lessen doorgezet worden, voor de gezondheid en toekomst van de jongeren.
Woensdag vertrek ik naar Kampala en donderdagochtend komen mijn broer en mijn moeder aan in Entebbe. Daarna gaan we een week reizen. Ik heb er erg veel zin in ze weer te zien en ook meer van het land te zien. Daarna komen we terug naar Binyobirya en Bukomansimbi, voor een laatste week hier.
Onderzoek
Vandaag heb ik mijn onderzoek afgerond! Van 54 kinderen tussen de 6 en 15 jaar heb ik nu informatie over leeftijd, sekse, woonsituatie, gedrag, populariteit en sociale steun! De eerste drie zijn vrij makkelijk te verkrijgen, voor de andere ‘variabelen' heb ik wat meer moeite moeten doen.
Gedrag
Met een vragenlijst voor de leerkrachten heb ik informatie over zowel positief als negatief gedrag van de kinderen. Met 24 stellingen kon de leerkracht aangeven of deze stelling ‘zeker waar', ‘een
beetje waar' of ‘niet waar' was voor dit kind. Twee voorbeelden van zo'n stelling: ‘Heeft ten minste één goede vriend' en ‘Is makkelijk afgeleid, slechte concentratie'. Ik heb ongeveer 8 kinderen
per klas geselecteerd en zoveel vragenlijsten moesten de leerkrachten dan ook (per leerkracht) invullen.
De stellingen zijn kort en concreet, waardoor de leerkrachten dit aardig goed deden. In Nederland krijgen leerkrachten vaak vragen over dit soort gedrag bij kinderen, maar hier was het de eerste
keer dat leerkrachten zulke vragen kregen. Als een kind zich hier niet goed gedraagt zeggen ze vaak dat een kind ‘stubborn' is, wat letterlijk vertaald ‘koppig' of ‘dwars' betekent. Hier lijken ze
dat echter voor van alles en nog wat te gebruiken: Als een kind niet luistert, als een kind brutaal is, als een kind teruggetrokken is, als een kind onvoorzichtig is, enzovoort. Daarom heb ik de
leerkrachten gevraagd goed naar het kind te kijken en het kind misschien een tijdje te observeren voor ze de vragenlijst invulden, om meer gedetailleerde informatie te verzameln over het gedrag van
het kind.
Sommige stellingen in de vragenlijst snapten ze dan ook niet altijd, maar na wat extra uitleg konden ze weer verder. En vaak vroeg ik elke dag of om de dag even hoe het ging en of ze nog vragen
hadden.
Populariteit
Met een korte, maar krachtige vragenlijst voor de hele klas ben ik achter de populariteit van de kinderen gekomen. Deze vragenlijst was ook een beetje gemeen. Aan alle kinderen vroeg ik namelijk
‘Welke drie klasgenoten vind je het leukst?' en... ‘Welke drie klasgenoten vind je het minst leuk?'. De informatie die ik verkreeg bestond dus volledig uit namen, waarbij ik volgens kon gaan kijken
welke namen het meest en het minst bij genoemd werden bij elke vraag. Wordt een kind vaak genoemd bij ‘meest leuk', dan is dat kind populair; wordt het een kind vaak genoemd bij ‘minst leuk', dan
is dat kind niet populair.
Bij deze vraag ben ik erachter gekomen dat sommige kinderen de Engelse taal toch wel heel lastig vinden. Bij de oudste klas (13 tot en met 15 jaar) had ik al één jongere die de vragenlijst verkeerd
had ingevuld, omdat ze het woord ‘classmates' niet begreep. Kinderen stellen ook niet zo snel vragen als ze iets niet snappen (omdat ze zich dan denk ik een beetje schamen). Bij alle klassen heb ik
het de leerkracht nog een keer uit laten leggen (in het Engels), omdat ze het accent en de woorden die de leerkrachten gebruiken beter begrijpen. Bij de drie laagste klassen die meededen aan mijn
onderzoek, groep 4, 5 en 6, heb ik het de leerkracht ook nog een keer in het Lugandees uit laten leggen. Zo heb ik geprobeerd te voorkomen dat teveel kinderen het verkeerd invulden.
Sociale steun
Deze vragenlijst had ik zelf gemaakt en zou ik één op één met de kinderen gaan afnemen. De vragenlijst beschreef situaties in het leven van de kinderen waarbij de kinderen hulp (steun) nodig hadden
van anderen. Twee voorbeelden: ‘Als ik mijn huiswerk niet snap, kan ik altijd iemand vragen mij te helpen' en ‘Als ik verdrietig ben, is er altijd iemand die me weer weet op te vrolijken'. De
kinderen konden dan vier papiertje aanwijzen of benoemen. Op die papiertjes stonden: ‘Helemaal waar', ‘Een beetje waar', Een beetje niet waar', ‘Helemaal niet waar'.
Deze vragenlijst was het leukst om af te nemen. Ik haalde de kinderen één voor één uit de klas nam ze mee naar het speellokaal om eerst een spelletje met ze te spelen en daarna de vragen te
stellen. De kinderen vinden het geweldig om individuele aandacht te krijgen, al helemaal om naar het speellokaal te mogen, dus de sfeer was vaak gelijk al goed. Voordat ik met ze ging spelen
vertelde ik dat ik ze vragen ging stellen, maar dat ze niet bang hoefden te zijn of ze wel goed zouden antwoorden, want elk antwoord zou goed zijn. Dat was denk ik wel echt nodig, omdat de druk die
kinderen ervaren om goed te presteren hier erg hoog is. Maar, bij deze vragen dus geen druk, gewoon eerlijk zijn! Daarnaast: Zeg het als je het niet snapt en alles wat je mij verteld zal ik niet
aan andere mensen vertellen (de gegevens worden geanonimiseerd).
Het was erg leuk om de kinderen te leren kennen en sommige kinderen zwaaien sindsdien enthousiast naar mij als ze me zien lopen. Ook merk je echt hoe verschillend de kinderen zijn als je één op één
met ze bent. Soms was het wel moeilijk in te schatten hoe de kinderen zich nou echt voelden. Ik zag soms weinig expressie op hun gezicht (zoals lachen, verbaasd zijn, etc.), wat best te maken kan
hebben met het cultuurverschil. Ook zijn de kinderen hier vaak erg verlegen.
Bij de jongste twee klassen heb ik een tolk ingeschakeld om wat ik zei in het Lugandees te vertalen; dat was bij de allerkleinsten ook echt nodig. (En wat kunnen die kleintjes er toch lief
uitzien!)
Ik ben echt blij dat ik alle gegevens die ik nodig had heb kunnen verzamelen. Met zo'n andere cultuur is het toch altijd even kijken of ze snappen wat je van ze wil weten! Nu kan ik in Nederland verder met het analyseren van deze gegevens en mijn masterscriptie erover schrijven! Ik ga mijn scriptie in het Engels schrijven, zodat de leerkrachten ook kunnen lezen wat de resultaten van mijn onderzoek zijn. En niet alleen zij zijn daar benieuwd naar, ik ook!
Even helemaal weg...
Afgelopen week heb ik voor het eerst gereisd in Oeganda! En wel naar... Lake Bunyonyi! Dit is een groot meer helemaal in het zuidelijkste puntje van Oeganda, tegen Rwanda aan. Tijd voor een beetje
ontspanning (kanoën en zwemmen), lekker eten (Birdnest, het paradijs...) en prachtige natuur.
Donderdag 15 maart vertrokken we. We hadden met de chauffeur afgesproken om 7 uur te vertrekken en, omdat ik mijn telefoon en daarmee mijn wekker had uit staan, werd ik om kwart voor 7 wakker
gemaakt door de toeter van zijn auto. De (afrikaanse!) chauffeur is op tijd! Wat een schok! Maar, mijn tas stond klaar en ik had er zin in, dus hup, het bed uit en na een half uurtje waren we klaar
om te gaan.
Ik ben er al achter gekomen dat Oegandezen van jaren '90 boyband muziek houden en andere melodramatische deuntjes (Celine Dion, Britney Spears, Shania Twain...) en deze chauffeur stond ook nog eens
bekend om zijn goede smaak daarin. Dus Kiomi en ik hadden ons al verheugd op meezingnummers van Westlife, de Backstreet Boys, etc.. En ja hoor, we waren een uurtje onderweg en toen ging de goeie CD
erin! ‘Paint my love, you just paint my love...' Maar helaas waren de anderen in ons gezelschap niet zo blij met dat kattengejank en konden de rest van de rit dan maar genieten van het krakende
gesprek op de Lugandese radio.
Eerst hadden we een stuk over zandweggetjes en langs kleine dorpjes (waarbij we nog een haan overreden hebben die precies overstak toen wij er aan kwamen scheuren...), maar daarna gingen we de
grote weg op. Er stonden gewoon zowaar verkeersborden langs de weg! Die had ik al een tijdje niet meer gezien. Het landschap veranderde langzaam van licht glooiend naar steeds meer en hogere
heuvels, erg mooi (jammer dat je zo slecht foto's kan maken vanuit de auto). In Mbarara stopten we bij een tankstation voor een plaspauze en het halen van eten. En ze hadden yoghurt! Nou hebben ze
in Bukomansimbi ook yoghurt, hoorde ik, maar die eten wij nooit. Als de elektriciteit uitvalt (wat 50% van de tijd zo is), wordt de yoghurt warm, maar wordt het nog wel gewoon verkocht; niet
helemaal te vertrouwen dus. In Nederland eet ik elke dag yoghurt, dus dat was even genieten, daar in Mbarara. Het is leuk hoe je sommige dingen ineens zo kan waarderen.
Maar we waren nog niet eens halverwege, dus al snel vervolgden we onze weg. Het landschap werd steeds mooier en na nog een paar uur gingen we de grote weg weer af en was het nog maar een klein
stukje. Hier waren de heuvels echt bergen geworden en kwamen we een nieuw ambacht tegen: Het hakken van stenen. De grote stenen van de bergen worden klein gemaakt met (veel) mensen (en kinderen)
die langs de kant van de weg zitten tussen de stenen, met een klein hamertje. Deze klein gehakte stenen worden dan gebruikt om te mixen met cement. Op die manier wordt het cement (volgens mij)
verstevigd en gebruikt voor gebouwen, etc..
En toen kregen we Lake Bunyonyi in zicht. Het meer ligt boven zeeniveau tussen de bergen, wat voor een prachtig uitzicht zorgt. Daarnaast heeft het meer vele kleine eilandjes en is het meer erg
diep. Het is een toeristisch gebied, omdat het meer dicht bij de bossen ligt waar de gorilla's leven. Maar nu was het erg rustig; het is laag seizoen. Aangekomen bij het Lake Bunyonyi Overland
Resort werden we hartelijk ontvangen. We hadden gemeubileerde tenten, die aan de oever van het meer stonden en een prachtig uitzicht hadden.
Eerst lekker lunchen bij het Resort, daarna een duik nemen in het meer en dan eten bij wat Kiomi en Machiel hadden bestempeld als het beste restaurant van Oeganda: Birdnest! Het was heerlijk weer,
de zon scheen fel en er stond een klein windje. Toen we 's avonds bij het restaurant zaten, hadden Kiomi en Machiel niets teveel gezegd. Had ik nou misschien toch een miniscuul stressmomentje toen
ik uiteindelijk moest kiezen welk gerecht ik moest nemen? ?
De volgende dag heb ik zo rustig aan gedaan met opstaan dat ik nog nét op tijd was voor het ontbijt. En daarna gingen we met een motorboot naar een eilandje om daar te lunchen (hmm, nou klinkt of
we drie dagen niets anders heb gedaan dan eten, wat eigenlijk ook zo is...). Aangekomen bij het eiland loop je een klein paradijsje binnen, waar ook een klein resort was met een mooie tuin, een
klein restaurant en een mooi lounge gedeelte. Na de lunch konden we in een kwartier langs de oever rond het eiland lopen. 's Avonds gingen we weer eten bij... Birdnest, verrassing! Deze keer gingen
we al om 5 uur richting het restaurant, om te genieten van een verse muntthee en het uitzicht.
En toen was het alweer de dag van vertrek! Bij het ontbijt bedachten we wat de plannen zouden zijn voor vandaag. Lunchen bij Birdnest? Ja... Nu kan het nog! Maar deze keer gingen we niet te voet,
maar per kano! Na een half uur waren we al op de plaats van bestemming. Ik had mijn badpak al aangedaan want dat zwembad daar wou ik ook nog even uitproberen. Soms, als je heerlijk in het zonnetje
zit aan de rand van het zwembad met een prachtig uitzicht, kan een moment zo gelukkig voelen... Daarna hebben we nog genoten van een laatste lunch en vertrokken we (als echte Afrikanen, veel te
laat) weer richting Binyobirya.
In Kabale, de eerste grote stad, stopten we bij een supermarkt om eten te kopen wat je in Bukomansimbi niet kan krijgen (zoals... Lays Chips, Bounty en lolly's! (Geen yoghurt, helaas.)) Daarna,
verder richting Mbarara. We wisten dat we te laat vertrokken waren en waarschijnlijk zouden we het laatste uur, het stuk op de zandwegen, in het donker moeten rijden. Ik was daar al niet zo blij
mee, want ze hebben hier geen lantaarspalen en regels zoals je lichten aan hebben worden hier niet zo nauw genomen. Maar, op zandwegen scheen het wel te doen te zijn, omdat er weinig ander verkeer
was. Op de grote wegen echter...
We kwamen aan in Mbarara rond 6 uur (nog 1 uur voor het donker zou worden) en moesten weer tanken. Wij betaalden de benzine en hadden uitgerekend dat we nog 15 liter nodig hadden. Helaas voor ons,
had het personeel op het tankstation dat niet helemaal begrepen en ze waren al op 30 liter voor we konden ingrijpen! Tja... Wat nu? In Nederland zouden we zeggen, maakt niet uit, die benzine ga je
toch wel gebruiken. Maar hier, denken ze niet aan morgen. En bovendien is twee keer zoveel geld ophoesten voor velen ook geen optie. Dus wat gingen ze doen (na lang praten over mogelijke
oplossingen)? De benzine eruit pompen! Eerst wouden ze het met een slang eruit zuigen (ofzoiets), maar dat ging heel erg langzaam. Dus toen hebben ze wat anders gedaan, wat nog steeds veel tijd
koste. En ondertussen begon het al donker te worden... We zouden nog sowieso 2 uur moet rijden, waarvan 1 uur op de grote weg. En wat als we een lekke band zouden krijgen ofzo? Dan zouden we echt
een probleem hebben! Wat nu?
Laten we een goedkoop hotel pakken voor 1 nacht, en morgen, zodra het licht is, verder reizen! Na wat discussie was iedereen het ermee eens, dat het veiliger was om in Mbarara te blijven en dat het
niet veel extra moeite en geld hoefde te kosten. Dus, tijd om in de reisgids een hotel te zoeken. Maar wacht eens even... Tegenover het tankstation zit toch ook een hotel? Laten we daar eens
kijken!
Kiomi en ik gingen erheen. Eerst moesten we een restaurantje door, naar boven en daar was een kleine receptie. Ja hoor, we konden wel een rondleiding krijgen. Ze hadden een tweepersoonskamer van
25.000 shilling (4,16 euro per persoon), een eenpersoonskamer van 16.000 shilling (5,33 euro) waarbij je een de wc en douche moest delen met die verdieping. En, dan had je ook nog de
tweepersoonskamer waarbij je de wc en douche moest delen voor 22.000 shilling (3,67 per persoon). Die laatste had ik, met een van mijn reisgenootjes. De douche werkte niet, dus je kon je alleen
wassen met een jerrycan met water en een wasbak. En de wc's kon je niet doorspoelen (je kon er alleen water ingieten) en hadden geen wc-bril. Maar goed, in een hotel slapen voor 3,67 euro per
nacht, dat moet je een keer meegemaakt hebben, denk ik dan! (Dit was trouwens nog niet het goedkoopste hotel dat je kunt hebben, in Bukomansimbi kun je in een hotel slapen voor 2,30 euro per
nacht.)
's Avonds zijn we nog naar een chiquer hotel gegaan voor een hapje en een drankje. Dit hotel lag een beetje buiten de stad dus het was tijd voor mijn 4e boda boda ritje! En deze keer heb ik zelfs
achterop gezeten, in plaats van in het midden. Iedereen vond het wel wat hebben dat we onze kleine vakantie met één nacht hadden verlengd en we hebben nog erg gelachen, daar in Mbarara. Terug in
het hotel, bleek de zachte muziek die we 's middags in onze kamer hoorden toch niet zo zacht te zijn en... De hele nacht aan te blijven (van een discotheek misschien?). Dat was even een
tegenvaller. Gelukkig was ik moe genoeg om toch te kunnen slapen.
Na een aantal keer wakker te zijn geworden tussendoor, was ik om kwart voor zes niet moe genoeg meer om weer in slaap te vallen. Dus, tijd om me zo goed en zo kwaad als kan te wassen en mijn
spullen te pakken. De muziek stond nog steeds hard aan. Toch maar eens kijken waar die muziek vandaan komt... In de schemering keek ik naar buiten, naar het tankstation waar ze gister pech hadden
met de auto. En ja hoor, daar stond ook onze chauffeur (die in de auto geslapen had). Maar die muziek... Die kwam ook vanaf dat tankstation! Waarom? Wat was daar het nut van? Toen pas hoorde ik dat
het geen muziek was, maar gewoon een radio! Alleen bedoeld voor het personeel van het tankstation die 's nachts moest doorwerken! Openbare ordeverstoring kennen ze hier dus niet, lijkt het.
Tijd voor yoghurt! Want het tankstation waar we op de heenweg onze yoghurt hadden gehaald was ook dichtbij. De mannen gingen voor hun ontbijt naar het restaurantje beneden. Maar helaas... Om 7 uur
's ochtends was de winkel nog niet open. Dan maar een ontbijten met chapatti (soort pannenkoek). Na een half uur kwam het ontbijt van de mannen een keertje aanzetten en om 8 uur waren we klaar om
te gaan. Het was lekker rustig op de weg, zo op zondagochtend, en om 11 uur lag ik lekker in Binyobirya in bed voor een middagdutje. Mijn eerste kleine reisje was erg leuk! Ik heb al helemaal zin
om straks met mijn moeder en mijn broer nog meer van het land te zien.
Over precies een maand kom ik 's ochtends om 7 uur aan op Schiphol en zie ik mijn vriend (en mijn vader, nee pap, ik vergeet je niet) weer terug! De week erna houd ik een feestje om mijn vriend(inn)en weer terug te zien. Hoe leuk en interessant het hier ook is, ik heb daar nu al zoveel zin in!
Dus, tot over een maand,
Annemieke
Hakuna Matata
Vandaag is er voor de tweede dag op rij geen elektriciteit. En als je dan van plan was om dingen uit te werken op je computer, kun je dat dus mooi vergeten. En hoe moet je dan je tijd gaan besteden? Nou, heel simpel, je schrijft je blog ouderwets uit op papier! En dan typ ik ‘m later wel over. Wil je naar Afrika, wees dan flexibel, net als de mensen hier.
Vandaag zit ik op helft van mijn reis! En ik ben al ver gevorderd met mijn onderzoek. Ook mijn eerste lessen seksuele voorlichting heb ik gegeven. Gelukkig wil Mary ze van me overnemen als ik vertrek, anders zouden niet alle klassen aan de beurt komen. Ook heb ik mijn eerste klamboes gekocht! Het is een beetje kijken welke maten goed zijn voor hier, omdat de kinderen slapen in stapelbedden van soms wel drie hoog. Wel hebben we waarschijnlijk genoeg geld om voor álle kinderen (op de basis- en middelbare school) een klamboe te kopen. (Nu hebben maar een paar kinderen een klamboe.) Daar waren de leerkracht, Tata en natuurlijk de kinderen nu al heel blij mee!
Dus, qua to-do-list gaat alles prima! To-do-list? In Afrika? Ja, ik gebruik ze wel, maar meer dan 3 à 4 taken per dag zijn het niet. Je weet immers nooit hoe een dag gaat verlopen. Zo is er nu voor de tweede dag op rij geen elektriciteit, waardoor alle e-mails die ik nog moest sturen, niet verstuurd kunnen worden. En als er elektriciteit is, weet je daarnaast nooit zeker of de internetverbinding goed genoeg is. Ook hoorde ik bijvoorbeeld gistermiddag pas, bij toeval, dat er vanaf vandaag toetsdagen zijn. Dan zitten alle kinderen dus de hele dag toetsen te maken en is het onmogelijk om vragenlijsten af te nemen of les te geven. Ik ben dan altijd maar blij dat ik ook onderzoek doe en les geef op de middelbare school, zodat ik daar dan naar toe kan gaan. En als je op een gegeven moment echt niet nóg flexibeler kan zijn, dan kun je altijd nog onder de mangoboom gaan zitten of eerder naar huis. ‘Eh, wat!? Onder de mangoboom zitten? Niks doen!?' Hoor ik de Nederlandse arbeidsethos zeggen. Tja, ‘het is maar hoe ge 't ziet!' Zou het antwoord van Timon en Poemba zijn. Je zou bijvoorbeeld best gestrest kunnen raken als je plannen in duigen vallen. Dan moet je later wellicht nog harder werken om je deadline te halen, en wat al je je deadline niet haalt!? ‘Je hebt geen zorgen, zorg maar dat je geniet...'
Het is een theorie, filosofie, waar ik me persoonlijk wat beter aan probeer te houden de laatste tijd. En dat gaat erg goed! Maar wat moet je anders, in Oeganda? Je kunt hier onmogelijk gestrest
raken, heb ik ondertussen gemerkt. Want als het niet gaat zoals je weil dat het gaat, is er altijd wel een manier te vinden.
Vandaag geen vragenlijsten? Oke, dan sta ik morgen wel iets eerder op en doe ik er een paar meer. Hmm, de les seksuele voorlichting kan niet buiten gegeven worden als het regent... Ach, dan proppen
we onszelf toch in de slaapzaal van de meiden? Geen elektriciteit of internet? Die mailtjes komen morgen wel, en ik kan altijd nog bellen. En te laat voor een afspraak of geen tijd om te komen?
Ach... Met tijd zijn ze hier toch niet zo bezig!
Gestrest of niet, ik heb gelukkig wel genoeg arbeidethos is me om nog vooruit te komen, in plaats van stil te vallen. Soms is het natuurlijk wel even balen, maar je went er wel aan. En omgekeerd is
het ook best mogelijk om dingen op het moment zelf te regelen, wat in Nederland niet kan. Als het bij de ene klas niet mogelijk is om de vragenlijsten af te nemen, stap ik gewoon bij een andere
klas naar binnen en ga aan de slag. Heel veel dingen gaan hier zo simpel, wat dat betreft.
Er zijn hier ook veel minder prikkels, wat ook helpt om niet gestrest te raken. We eten elke dag hetzelfde ontbijt en dezelfde lunch, en om de dag hetzelfde avondeten. In het dorp heeft zo'n beetje
elke winkel dezelfde producten te koop (alleen het hoognodige) en je hebt geen 10 verschillende merken om uit te kiezen. Het is hier zelfs zo simpel, dat een begrafenis, een bruiloft en
bijvoorbeeld Visitation Day op school, op een soort gelijke manier gevierd wordt. (Je beste kleding, lekker eten, en veel speeches.) Wil je een kast, dan laat je ‘m maken. Wil je eten, dan verbouw
je eten in je tuin. Wil je vlees, dan slacht je een kip. Wil je nieuwe kleding, dan koop je stof en laat je ‘m maken (Dat ga ik sowieso doen! Wanneer heb je nou de kans je eigen jurk te
ontwerpen!?).In Binyobirya hebben we geen tv, geen radio. De koeien loeien en de honden blaffen, de kinderen hoor je af en toe lachen of huilen of je hoort een auto voorbij komen. Dus wat doe je op
een zondag in Binyobirya? Op je dooie gemakkie doe je de handwas (wat dan opeens een heerlijke bezigheid kan zijn) en lees je een boek. Als je lekker wil lunchen kun je wentelteefjes of
pannenkoeken maken, wat je ook weer een goed tijdverdrijf is. Voor de rest is er weinig te snacken. Na zo'n dag ben je zo uitgerust (en een beetje verveeld) dat je weer helemaal zin hebt in je
werk. En wie heeft er in Nederland nou op maandag zin om naar zijn of haar werk te gaan!?
De mensen lijken hier heel tevreden met het simpele leven. En daar is natuurlijk ook wel wat voor te zeggen! Het is best lekker om niet verder te kijken dan vandaag en te roeien met de riemen die
je hebt. Maar soms is het jammer dat ze niet meer willen, als ze het kunnen krijgen. Soms vragen ze ons als blanke bijvoorbeeld om geld, of zeggen ze ‘oh, ik wou dat ik in Nederland was geboren,
daar is het zo goed!' Ze willen het dus wel, maar ze denken dat het iets te maken heeft met geluk of het lot. Natuurlijk is dat wel voor een deel zo, maar er is hier ook sprake van enorme
economische groei! En in Nederland is er crisis... Met een beetje geluk en hard werken, kunnen de mensen hier zelf van alles bereiken. Daarvoor hoeven niet naar Nederland. Je ziet nu al een
verschil tussen jonge mensen, die ervoor willen vechten, en oudere mensen, die denken dat er nooit verandering komt. Jonge mensen die niet afhankelijk willen zijn van hulp van de westerse
wereld.
Ja geld is wel nodig, om mee te beginnen. Maar het ligt er aan wat je met dat geld doet natuurlijk. Het zou zo leuk zijn als de kinderen die hier op school zitten, die goed onderwijs (en voeding,
en gezondheidszorg) krijgen, later iets mooi(er)s van dit land kunnen maken! Dat ze later werk krijgen hier en misschien bedrijven starten om de elektriciteit stabieler te maken, die meer variatie
in het eten brengen of goedkoop speelgoed maken. Of misschien kunnen deze kinderen later wel de Oegandese politiek in! Ik ben zo benieuwd hoe dit land er over 50 jaar uit ziet, als deze kinderen
oud en wijs zijn.
Soms zijn er best veel vergelijkingen tussen hoe Nederland er 50 jaar geleden uitzag, hoe er geleefd werd, en de omstandigheden hier. En kijk waar we nu zijn? Ja, we hebben het goed. Bijna iedereen heeft een dak boven zijn of haar hoofd, elke dag een andere maaltijd en alle kinderen gaan naar school. Wie weet is dat in Oeganda over 50 jaar wel ook zo! En, ik hoop, dat ze dan ook iets van het simpele bewaren. Want het gaat zoals altijd over een balans. En daarom ben ik hier ook heen gegaan, zodat ik iets van Hakuna Matata mee kan nemen naar Nederland.
Een kind onder de evenaar, wordt later vaak een bedelaar.
Kinderen blijven kinderen. Zelfs als je 6.223 kilometers van de plek bent waar je over de ontwikkeling en het gedrag van kinderen studeert, zie je bepaalde eigenschappen terug die alle kinderen hebben. Zo zijn de kinderen van 5 jaar soms erg agressief en egocentrisch tegen elkaar, houden alle kinderen van individuele aandacht en zoeken ze de grenzen op van wat wel en niet mag en heb je ook hier pestkoppen en buitenbeentjes. Toch wordt mij meer en meer duidelijk dat deze kinderen wel echt een ander leven hebben, helemaal als je het vergelijkt met de kinderen uit armste gezinnen.
In deze blog dus een vergelijking van de eerste jaren van het leven van een kind in Nederland en in Oeganda.
In Nederland worden er 6 maanden voor je verwacht wordt al vele voorbereidingen getroffen; er is een kinderkamer voor je klaargemaakt met een eigen bedje, een commode, leuk behang en allerlei knuffels en speeltjes. Je wordt nog voordat je geboren wordt nauwlettend in de gaten gehouden door je ouders, een dokter, zusters, maar ook ooms, tantes, opa's en oma's. Bij de geboorte wordt ook alles door hen in goede banen geleidt. Niet alleen of je goed ligt en je hartslag goed is, maar ook of met je moeder alles goed gaat, of ze genoeg geholpen wordt door andere mensen om haar heen en of alles thuis aan kant en gereed is voor de baby. De eerste maanden krijg je zodra je begint te huilen borstvoeding of een schone luier of iets anders. Je wordt op je wenken bedient. Je herkent je moeder en je vader al snel aan hun geur, stem en manier waarop ze je aanraken. Je slaapt in een heerlijk zacht bedje met schone kleren en hebt het nooit te koud of te warm. Met de aandacht van je vader en moeder en andere mensen om je heen, wordt je uitgedaagd veel nieuwe dingen te leren, zoals het vastpakken van rammelaatjes, geluidjes maken, op handen en knieën je voortbewegen, en zo leer je steeds meer. Na een aantal jaren leer je dat sommige dingen ook niet mogen van je ouders. Er wordt je dan vertelt dat je dat niet mag doen omdat het bijvoorbeeld gevaarlijk is of dat het voor andere mensen om je heen niet prettig is als je dat doet. Als je het dan nog een keer doet, kan je moeder of vader je zo streng aankijken dat je er bang van wordt. En als je het nog een keer doet, mag je niet meer spelen tot je je beter gedraagt, of krijg je geen snoepje die middag. Op school leer je nog meer nieuwe dingen, krijg je nieuwe vriendjes en leer je nieuwe regels. Op school is het leuk, want er zijn zoveel boekjes die je kunt bekijken en later ook lezen, er zijn blokken waar je mee kunt bouwen en je leert nieuwe spelletjes van de juffrouw. En als je iets nieuws wil leren en vragen stelt, krijg je die mogelijkheid gelijk. Het is dus een drukte van jewelste om je heen. Al die andere kinderen die ook spelen, en al die verschillende materialen en hulpmiddelen die je tot je beschikking hebt maken je misschien wel zo enthousiast dat je soms even niet meer weet hoe snel je ergens mee wil beginnen of welk spel je moet kiezen. En moet je het dan met een ander kindje delen of wil je liever even rustig in je eentje spelen? Er zijn zoveel dingen om uit te kiezen! 's Avonds, als je weer thuis bent, wacht een gevarieerde maaltijd (elke dag wat anders) op je en daarna mag je nog even tv kijken en leest je moeder of vader een boekje met je. Het hele huis is stil als je dan eindelijk in je bedje ligt. Gelukkig brand er nog een klein lampje in je kamer, zodat je niet bang hoeft te zijn. En mocht je toch niet kunnen slapen of een nare droom hebben, dan kun je altijd nog bij je ouders in bed kruipen, want daar voelt het altijd veilig en vertrouwd.
Ik weet nog niet zo gedetailleerd hoe de eerste jaren van het leven van een Oegandees kindje eruit zien, maar ik kan me er al wel een beetje een voorstelling van maken, als ik naar de dorpjes hier kijk.
In Oeganda wordt je door je moeder in haar buik gedragen terwijl ze hard aan het werk is. Met een schop ploegt ze het land om achter het huis, om er nieuwe bananenbomen te kunnen laten groeien. Je moeder hoopt natuurlijk dat je gezond bent en bijvoorbeeld goed ligt, want anders kan de geboorte voor jullie een levensbedreigende situatie worden. Helaas is een controle of bevalling onder toeziend oog van een zuster of een arts veel te duur. Er moet gewerkt worden om geld voor jou te verdienen! Zolang je dus niet te zwaar wordt en jij je moeder geen pijn bezorgd, gaat ze door met werken tot dat het bijna zover is dat je geboren wordt. Dit gaat op de natuurlijke manier, het is elke keer maar hopen dat het goed gaat... Na je geboorte wordt je al snel weer mee het land op genomen, deze keer niet bij de buik van je moeder, maar op haar rug. Met een rechthoekige doek die bij haar borst en haar buik aan elkaar geknoopt zit, hang je als een buideltje achter haar terwijl ze het land bewerkt of naar een dorpje verderop loopt om boodschappen te halen. De warmte die je moeder afgeeft is prettig en je raakt al snel gewend aan haar geur en bewegingen. En om de zoveel tijd krijg je borstvoeding. Als je al een ouder broertje of zusje hebt, nemen zij de taak van je moeder dikwijls over. Ze nemen je dan net zo op hun rug als je moeder doet en gaan met je wandelen of spelen met andere kinderen in het dorp. Als je begint te huilen weet je broer of zus soms niet wat hij of zij moet doen, ook als blijf je lang huilen. Soms heb je honger en krijg je naast de borstvoeding iets te eten, zoals maïspap of bananen. Maar het komt ook voor dat er geen eten voor je is en het huilen niets helpt. Als je huilt omdat je pijn in je buikje hebt of misschien een raar gevoel in je oor, kunnen ze niets voor je doen, ook je moeder niet. Soms wordt je wel een beetje getroost, maar soms ook niet. In de eerste jaren leer je dat je moeder en vader ook erg streng kunnen zijn. Als je iets doet wat niet mag kunnen ze tegen je schreeuwen of je slaan. Daarom is het soms beter om maar niet te huilen of iets te vragen. Je leert op eigen kracht lopen en rennen. Soms is een dag bij het huis van je ouders zo saai, dat je rondjes gaat rennen voor het huis terwijl je een eigen liedje verzint. Of je gaat zoeken naar dingen waar je mee kan spelen. Je leert creatief te zijn. Je ziet je moeder veel werken op het land. Ze slaat met een of andere stok op het land zodat de aarde omhoog komt en soms probeer je haar na te doen. Het is wel lastig, want de grond onder je heeft soms harde steentjes die in je blote voeten snijden en je kleding is soms zo veel maten te groot dat je er in verstrikt raakt. 's Avonds eet je samen met je (vele) broertjes en zusjes elke middag en avond hetzelfde. Je moeder maakt het in een klein hutje naast het huis op een (kamp)vuurtje in een grote pan. Soms, als het mee zit, krijg je naast de maïspap ook matooke (bananen). En soms, als het tegen zit, krijg je heel weinig. Als het donker wordt leg je je matje klaar in de woonkamer, om te gaan slapen. Je ouders slapen in de andere kamer van het huis. De volgende dag is weer precies hetzelfde. Je hebt dezelfde kleren aan, dezelfde taken, hetzelfde eten. De rest van je leven leer je wat je moeder en je vader voor werk doen en kan je steeds meer zelf doen. Maar je ziet ook dat sommige andere kinderen die langs de weg lopen schooluniformen aanhebben of kunnen fietsen. Was jij ook maar zo rijk, denk je dan. Waarom kan ik niet naar school? Het lijkt erop dat sommige mensen gewoon geluk hebben en ik niet. Ik weet niet wat ik eraan kan doen; vast niet zoveel.
Terwijl ik dit typ, kijken hier op school een paar kinderen door het raam ons ‘kantoortje' binnen om gebiologeerd op te nemen wat wij in hemelsnaam op die rare elektronische apparaten aan het doen zijn. Deze kinderen kunnen wel naar school, maar wat een laptop is weten ze nog steeds niet echt. Het verhaal wat ik heb getypt is er een van de allerarmste gezinnen. Ik heb veel informatie gehaald uit wat ik van mijn huisgenoten hoor die hier al langer zitten, maar ook wat ik zelf zie als ik door de dorpjes fiets of wandel. Gelukkig kunnen sommige moeders wel naar het ziekenhuis om te bevallen en kunnen veel kinderen wel naar school en een beter leven krijgen dan hun ouders. Hopelijk groeit dit aantal, de komende decennia. En er zijn ook mensen die dan wel boer zijn en weinig extra's hebben, maar ze hebben in ieder geval wel elke dag eten (van hun eigen land) en zijn denk ik best gelukkig. Geluk is natuurlijk relatief. Net als rijkdom. In Nederland ben je rijk als je twee auto's hebt, in Oeganda ben je rijk als je twee fietsen hebt of een boda boda. Wat ik met mijn bijbaantje verdien, is meer dan de leerkrachten hier per maand. Nou is het prijspijl ook lager, niet zóveel lager. En bovendien zijn producten uit Amerika of Europa (zoals medicijnen) dus duidelijk onbetaalbaar voor deze mensen. Gelukkig komen er ook goedkopere producten uit Azië (zoals (namaak)medicijnen) en heeft Afrika ook zijn eigen producten (zoals heerlijke ananas of passievrucht). Maar het blijft een gek idee, dat ik zoveel meer heb dan zij en altijd maar dacht een arme student te zijn...
Name three classmates you like... What? Most!
Vorige week heb ik in 7 klassen een uur geobserveerd om kinderen voor mijn onderzoek te verzamelen, dus ik heb best wat gezien van de manier van lesgeven in Oeganda.
Voor mij, begint het meestal met de klas binnen lopen. Als je als gast de klas binnen komt lopen staan de kinderen op en zeggen 'Good morning, our visitor.'. Het is dan de bedoeling dat je terug
zegt: 'Good morning, class. How are you?' Dan zeggen de kinderen in koor terug: 'We are all right, thank you'. En dan mogen de kinderen weer gaan zitten. De eerste keer dacht ik: ‘Wow, dat doen ze
dus écht!' Ondertussen vind ik wel dat ze het toneelstukje wat mij betreft achterwege mogen laten... (Het is trouwens best grappig om 30 kinderen te horen struikelen over 'Good morning, Annemieke',
want Oegandezen houden van leedvermaak...)
Als je als muzungu (blanke) de klas binnenkomt kijken de kinderen meestal met grote ogen naar je. Ik weet niet of het bewondering is of meer in de zin van ‘wow, een alien!', maar het is in ieder geval best even wennen. En dat wennen geld dus niet alleen voor de kinderen, maar ook voor mij. Als ik dan achter in de klas ga zitten om met de les mee te kijken, zit alsnog een kwart van de klas naar mij te kijken in plaats van naar de leerkracht. Gelukkig went dat en konden de kinderen alsnog wel wat mee krijgen, ondanks dat ik ze zo afleidde met niks doen. Als ik dan weer ergens anders ging zitten of staan, begon het riedeltje weer overnieuw. Maar ondertussen denk ik dat ze mijn gezicht en bewegingen wel kennen.
Om de manier van lesgeven verder toe te lichten zal ik de wiskundeles als voorbeeld nemen. De leerkracht begint met de datum te vragen. De kinderen moeten dan collectief antwoorden. Als het niet
helemaal synchroon klinkt of de helft wat anders zegt, mogen ze het nog een paar keer opnoemen en daarna zet de leerkracht de datum op het bord met een streep eronder. Daarna wordt het onderwerp
van vandaag genoemd: Het benoemen van de waarde van getallen. Dan moeten de kinderen dat weer herhalen met z'n allen tot dat er in zit. Dat begint dan met het weglaten van het laatste woord: De
leerkracht: 'Het benoemen van de waarde van... wat?' De kinderen: 'Getallen!' Tot ze de hele zin zelfstandig gezegd hebben. De leerkrachten en de kinderen zijn dit zo gewend te doen dat het een
automatisch proces geworden is. Zo zeggen de leerkrachten zelfs in een één-op-één gesprek regelmatig ‘wat?' en lijken de leerlingen soms niet eens meer te weten wat ze zeggen, zolang het maar
hetzelfde is als zijn/haar buurman zegt.
De leerkracht begint bij een nieuw onderwerp meestal met uitleg, daarna komen een paar voorbeelden van hoe zij het doet en daarna vraagt ze bij nieuwe voorbeelden aan de klas het antwoord. Daarbij
kunnen de kinderen hun vinger opsteken (wat ze meestal allemaal doen) en geeft de leerkracht een kind een beurt. Als het kind het fout heeft zegt de leerkracht vaak 'Thank you for trying.', maar
kan het alsnog voorkomen dat andere kinderen in de klas lachen omdat iemand het fout had (en daar wordt niets van gezegd). Als iemand het goed heeft, wordt er vaak een speciaal applaus gegeven (met
een bepaalde maat erin).
Na deze uitleg volgt er meestal een oefengedeelte waarbij de kinderen in groepjes een voorbeeld moeten uitwerken samen ('Partici... What? 'Participate!'). Daarna moeten ze dit antwoord dan
bijvoorbeeld op het bord schrijven, waarna het beoordeeld wordt door de leerkracht (en dus ook door de andere kinderen).
Voordat dan vervolgens het volgende onderwerp begint, wordt er vaak even wat beweging in de klas gebracht door middel van een liedje met dans of het commando van de leerkracht om te gaan staan,
zitten, staan, zitten, etc.. Ook kan het voorkomen dat de leerkracht tijdens de les tegen alle kinderen of specifieke kinderen zegt: 'Ga recht zitten!' Bovendien moet je het niet wagen om iets te
doen wat niet mag, want de straffen zijn hier nogal hard...
Wat vind ik hier nou allemaal van? Gedrag moet je zien in de context: Oeganda. In Oeganda heb je overheidsscholen en privéscholen. Overheidsscholen zijn gratis, privéscholen niet. Scholen kunnen erg van elkaar verschillen in kwaliteit. De klassen zijn qua ruimte meestal kleiner dan de lokalen in Nederland, maar qua kinderen veel groter (gemiddeld zo'n 80 kinderen per klas!). De leerkracht regeert met harde hand (en een stok) en heeft specifieke lesstof die doorgenomen moet worden. Deze stof komt voor in de ‘term-exams' (toetsen die elke periode van 2-3 maanden worden afgenomen). De resultaten die behaald worden op deze examens zijn zéér belangrijk voor zowel de school, de leerkrachten, de ouders en daardoor ook voor de kinderen zelf. Als een kind een fout antwoord geeft, kan hij of zij een fysieke straf krijgen van de leerkracht. Als een kind niet goed mee kan komen in de klas en zijn examens niet goed maakt, kan het zijn dat dit kind niet meer welkom is op school. Dan is het dus zijn of haar toekomst om ongeschoold te blijven. Of de stof goed verwerkt ook echt gesnapt wordt bij het behalen van de gewenste resultaten niet zo belangrijk, zolang de kinderen maar alles uit hun hoofd weten en op kunnen schrijven.
De Kidsgear Primary School en het Hoys College zijn privéscholen. Privéscholen hebben vaak meer geld te besteden, maar verschillen alsnog niet zo heel veel van overheidsscholen. Het Kidsgear en Hoys echter wel. Want ze mogen dan in een Oegandeese context zitten; ze krijgen ook veel invloeden vanuit de westerse wereld binnen. Zo zijn de klassen qua ruimte even groot als de Nederlandse en bestaan ze qua aantal uit zo'n 35 tot 40 leerlingen. De leerkrachten zijn allen Oegandees, met een Oegandeese opleiding, maar hebben ook training gehad van Nederlandse studenten en leerkrachten. Hierdoor wordt er in deze klassen meer coöperatief leren ingezet (samenwerken) en zit er vaker een spelelement in de lesmethode. Ook is het de regel dat alleen de Hoofd Leerkracht (directrice) fysieke straffen mag geven aan een leerling. De leerlingen mogen niet worden geslagen door andere leerkrachten. Ook worden kinderen niet geslagen bij het geven van een fout antwoord. Soms vinden de ouders van de kinderen het hier maar vreemd dat er zo weinig fysiek gestraft wordt. (In het Oegandeese gezinsleven zal dit dus ook regelmatig gebeuren.) Er zijn op de school meer materialen, zoals boeken en speelgoed, waarvan het meeste uit Nederland komt. Ook hebben de secretaresses beschikking over een computer. Wat ik zelf ook een leuk element vind in het lesgeven hier zijn de fysieke oefeningen (zingen, dansen) tussendoor, om de kinderen wakker te houden. Ook de kinderen ontlenen hier veel plezier aan.
Het Kidsgear en het Hoys zijn de beste scholen in hun regio en groeien nog altijd flink. Elke term willen er meer ouders hun kind naar deze scholen sturen. De school heeft een voorbeeldfunctie. De kinderen in groep 8 zijn vaak al bezig met lesstof die ik pas in de 2e klas van het VWO kreeg en lopen qua kennis dus ruim voor de Nederlandse kinderen uit. Maar, puzzelen kunnen deze kinderen bijvoorbeeld niet. En ook over het woord ‘classmates', dat ik gebruik in mijn vragenlijst, struikelen deze kinderen. Ze leren namelijk bepaalde vaardigheden of bepaalde woorden, maar leren daarbij geen generalisatie of inzicht voor andere vaardigheden of woorden. Het lijkt erop dat hun vermogen om probleem op te lossen (abstract denken misschien?) daarbij onder ontwikkeld is.
Wat kan ik hiervan leren? In vergelijking met Nederland kunnen Oegandeese kinderen sommige dingen dus veel beter (zoals stilzitten, luisteren, herhalen, oefenen, uit het hoofd leren) en sommige dingen minder goed (zoals puzzelen, onbekende woorden lezen, je eigen mening formuleren, begrijpen). Dan ga ik filosofisch nadenken en kom ik uit bij een balans. Een balans tussen streng zijn en toegefelijk, eentje tussen uit het hoofd leren en inzicht, tussen alle kinderen hetzelfde en elk kind uniek. Deze scholen zijn in ieder geval goed op weg, vind ik. In hun context zijn ze een hele ontwikkeling! En ik vind het fantastisch wat hier bereikt wordt.
Nog even kort het laatste nieuws: Ik ben klaar met mijn eerste vragenlijst voor mijn onderzoek. Daarin werd onder andere de vraag gesteld: Name three classmates you like... What? Most! Met de tweede vragenlijst ben ik onderweg en met de laatste vragenlijst ga ik maandag beginnen. De jongste kinderen vinden het erg moeilijk, dus ik doe mijn best om ze alles te laten begrijpen. Daarnaast heb ik vandaag mijn laatste tentamencijfer teruggekregen van mijn tentamens van januari en... Ik heb nu officieel mijn bachelordiploma behaald! Nu kan ik dus zonder zorgen verder met mijn master.
Groetjes,
Annemieke Brinkman, BSc :-)
Een week in...
Vandaag zit ik weer lekker in Masaka op het terras van Frikadellen. En wederom hebben we alles wat een muzungu zich kan wensen: Europees eten, elektriciteit en internet! Dit was mijn eerste volledige week op de scholen en ik heb me goed vermaakt! En volgens mij ben ik ondertussen aardig gewend hier.
Maandag had het 's nachts voor het eerst geregend. Het is een droge periode voor Oeganda, dus aanvankelijk waren we er erg blij mee. Meestal regent het 's nachts en erg kort, dus van de regen zullen we sowieso niet veel last hebben. Helaas, voor de boeren en de stoffige wegen, is er de rest van de week alsnog niet veel gevallen. In maart en april schijnt het meer te worden. Op school ben ik voor het eerst bezig gegaan met observeren en heb ik mijn eerste kinderen voor het onderzoek uitgekozen. Elke dag van deze week zijn er wat kinderen bijgekomen, tot ik op vrijdag mijn hele steekproef (54 kinderen van 7 tot en met 14 jaar) verzameld had. Het was een leuke gelegenheid voor een kijkje in de keuken van het Oegandeese lesgeven. 's Avonds hadden we een feestmaal! Naast de normale aardappels, rijst en kool hadden we namelijk vis! Zo, met kop en staart, met een beetje paneermeel, in de pan! Even uitkijken voor de graatjes, maar wel erg lekker.
Dinsdag was het Valentijnsdag! En we hadden alwéér elektriciteit op school! Dus ik heb gelijk alles opgeladen wat ik kon opladen, want als je al 3 dagen achter elkaar elektriciteit hebt, is het morgen vast weer weg... En toen kon ik gelukkig ook even mijn vriendje mailen om hem een fijne Valentijnsdag te wensen. Als ik terug ben gaan we 't gewoon op een andere dag vieren; ik heb er al zin in! 's Avonds vond ik mijn eerste enge beest in mijn kamer. Op mijn klamboe nog wel! Maar ik heb me moedig gehouden en met de dop van mijn anti-insectenspray en een papiertje de grote kever uit mijn kamer gezet. Haha, ik was zo trots op mezelf! Voor de rest gelukkig nog weinig enge beestjes gezien... (Ik ben echt een watje.)
Woensdag wou ik verder gaan met het selecteren van kinderen, maar opeens hadden de klassen van de basisschool allemaal examens. En gister zei de leerkracht nog dat het prima was om te komen observeren in de ochtend? Zo gaat dat dus, hier in Afrika! Dus ik heb er alsnog het beste van proberen te maken door te praten met de nodige leerkrachten over mijn activiteiten hier. Toen ben ik maar door gegaan naar de middelbare school. In mijn onderzoek zit ook één klas van de middelbare school. De leerkrachten op de middelbare school zijn iets vrijer om mee te praten (ook over culturele discussiepunten, zoals abortus en drugs), dus dat was wel leuk om mee te maken. En aan de kinderen zie je dat ze aan het puberen zijn; ze hebben hun kleren allemaal netjes verzorgd, de jongens lopen stoer in groepjes bij elkaar en de meiden hebben hun haren stijl gemaakt of gevlochten. Ik heb ook met Mary gepraat over de Keniaanse cultuur, haar opvoeding en haar relatie met haar ouders. Erg leuke, interessante gesprekken allemaal dus! Een goede voorbereiding voor mijn lessen seksuele voorlichting ook.
Donderdag had ik een rustig dagje, omdat er nog steeds examens waren en ik dus niet verder kon met mijn onderzoek. Er was nog steeds elektriciteit! Het was maar een paar keer uitgevallen voor korte tijd, dus misschien gaat dat vooruit hier. Ik hoorde iets over een grote stuwdam die recent in werking is gegaan... Het zou denk ik voor heel Oeganda een grote vooruitgang zijn als je iets meer op elektriciteit kon bouwen. Dan kun je er namelijk vanuit gaan dat je je administratie op je computer kunt zetten of een fabriek met machines draaiende kan houden!
Gisteren heb ik mijn onderzoeksgroep compleet gemaakt en ook de eerste vragenlijsten afgenomen! De klassenanalyses, om erachter te komen wie populair is en wie niet, zijn vrij makkelijk om te doen. Bij Strenghts and Difficulties Questionnaire (SDQ) was ik wel even bang dat de leerkrachten ‘m niet zouden snappen, maar gelukkig heeft de eerste de vragenlijst al goed ingevuld en weer ingeleverd. Ik wordt gewaarschuwd er goed achter aan te zitten dat ze ‘m inleveren, want het blijven Afrikanen... Maar ik moet zeggen dat ik het wel leuk vind om met een notitieboekje en een pen als een echte regeltante over het terrein te paraderen, dus dat moet helemaal goed komen. 's Avonds kwamen Barbara, een secretaresse op school, en Tata langs met koud, Oegandees bier! Het was gelijk gezellig (een woord dat trouwens niet te vertalen valt in het Engels). En Barbara was speciaal mee om te vertalen wat Tata in het Lugandees zei, dus hij kon ook eens een keer (levens)verhalen vertellen als een echte opa, haha! Ik heb erg gelachen.
Vandaag zijn we dus weer in Masaka en blijven we hier ook een nachtje! Het hotel is 18 euro per nacht en het is echt een goed hotel voor Oegandeese begrippen. En, er is een zwembad! Dus dit wordt vast een heerlijk weekend.
Komende week ga ik verder met de klassenanalyses en de SDQ's. Gisteren heb ik trouwens ook mijn eerste bijles gegeven. Kiomi heeft het even voorgedaan en volgende week ga ik er in mijn eentje mee verder. Ook de seksuele voorlichting ga ik deze week voorbereiden en dan met de leerkrachten van de middelbare school bekijken wat leuke ideeën zijn en wat niet (met het oog op de kinderen en de cultuur).