annemiekeinoeganda.reismee.nl

De dochter van Tata


Ondertussen ben ik aangekomen in Binyobirya, het dorpje dat je bovenaan mijn blog kunt zien. Het is ook echt niet meer dan dat! Onze verblijfplaats is gelukkig íets moderner (nog steeds geen elektriciteit en al helemaal geen internet, maar goed) en we krijgen goed te eten (ook anders dan de mensen in het dorp...) en hebben een luxe (normale voor NL-begrippen) wc.
Nu zit ik even op een Wi-Fi verbinding in Masaka bij Frikadellen, een heerlijke tuin met een overkapte veranda en verlengsnoeren voor de elektriciteit. Maar eerst wat meer over hoe mijn week was (onderstaande gaat vooral over afgelopen woensdag)...
Woensdagochtend zijn we vanaf het guesthouse in Kampala, via het centrum van Kampala, naar Binyobirya afgereisd. Gelukkig wou Peter, dezelfde man als degene die ons van het vliegveld had gehaald, ons brengen met de auto. Met al die bagage het openbaar vervoer in Oeganda verkennen leek me nou geen pretje... In het centrum van Kampala (ik dacht ik al in het centrum geweest was, maar blijkbaar niet) ging we Mary ophalen, een leerkracht uit Kenia die bij het Kidsgear komt werken. Hier een greep uit onze wandeltocht van de auto, die ergens geparkeerd stond met onze bagage, naar Mary en weer terug:
Peter kwam even later terug, maar was nog niet klaar met de ‘business' en ging weer weg. Hij vroeg een vriend van hem of die ons kon begeleiden terug naar de auto, dus toen konden we met z'n drieën achter hem aanlopen. Hij liep echter vooral over de weg helaas... Dus je had de stoep, auto's, dan liepen wij daar, en aan de andere kant naast/langs ons gingen nog meer wandelaars, fietsen, boda boda's en auto's. Niet erg prettig, kun je je voorstellen. Op een gegeven moment liepen we langs een auto die met z'n neus naar de kant stond waar wij liepen en wou gaan rijden. Dat was links van ons. Ondertussen ging er rechts van ons een fiets met een hele grote struik (ofzo) achterop die aan beide kanten uitstak en ondertussen ook nog boda boda's voor ons en achter ons. En deze waren dus allemaal aan het proberen vooruit te komen op een stuk van een halve meter breed. Pfoe... Stressvol. Maar we hebben het overleefd.
Dat soort situaties kwamen vaker voor. Vlak daarvoor kwam ik trouwens een man tegen die 4 grote dozen (net iets kleiner dan verhuisdozen) op zijn hoofd droeg! Ongelofelijk. De mensen zijn hier zo sterk. Ze kunnen zo veel zo lang dragen, op hun hoofd, op hun schouders, op allebei tegelijk, op hun fiets, op hun boda boda. Ik heb ook hanen op het dak van een taxi-busje gezien, waarvan er eentje ook al dood was (niet zo heel gek, onder die omstandigheden). En grote zakken in de achterbak van een auto, zoveel dat de achterbak nog wagenwijd open stond en touwen ervoor zorgden dat de zakken niet eruit zouden vallen. Vrachtwagens heb ik dus niet zoveel gezien, vooral niet in het centrum. Alles wordt denk ik vervoerd op deze manieren? Wonderlijk.
In de auto onderweg heb ik mijn kans gepakt om constant foto's te maken. Als ik aan het lopen ben heb ik daar geen tijd voor en ook niet iedere Oegandees hoeft te zien dat ik een fototoestel heb. Dus ik de auto ben ik helemaal los gegaan. Ik hoop dat Colette, Karin, Marjolijn en Janneke trots op me zijn, haha. Zij zijden me dat ik er zoveel moest maken. Peter zei op een gegeven moment zuchtend: 'Put that thing away', dus toen heb ik jullie maar de schuld gegeven meiden!
Hoe dichter we bij Binyobirya kwamen, hoe kleiner en landelijker de wegen werden. Soms lijken deze wegen meer op een rivierbedding dan op een weg. Peter reed wel prettig (vooral de muziek was leuk). Hij toeterde als hij bijna een bocht door ging, omdat het soms onmogelijk was om te zien of er iets aan kwam aan de andere kant. Toen we steeds dichterbij Binyobirya aankwamen zei Peter dat hij zich wou verstoppen, omdat als mensen hem herkennen (het is zijn geboorteplaats) en hij een praatje moet maken. Dat is typisch voor dit land. Je kunt nergens voorbij lopen (als je iemand kent) zonder een praatje te maken. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom ze altijd te laat zijn.
En die avond had ik mijn eerste maaltijd in Binyobirya. Ik had er al veel over gehoord van Kiomi en Machiel (vooral omdat het altijd hetzelfde is). Vanavond was dat: Gekookte aardappels, kool en witte rijst. (Vlees is uitzondering, groente bijna niet aanwezig.) Het was best lekker! Vooral de aardappels, die hadden bepaalde kruiden ofzo, erg lekker. En er was ketchup, wat ook de witte rijst extra smaak gaf. Het was erg gezellig aan tafel. Er wordt veel gelachen. Er stond een kaarsje in het midden en dat was onze verlichting, want als de zon ondergaat zijn er verder weinig mogelijkheden. Er waren ook lampions die op batterijen werkten, die we later in ons kamer mee konden nemen om te gaan slapen. Hilde had me al gewaarschuwd, dat je voor de zon onder gaat alvast wat dingen klaar moet zetten voor het slapengaan, omdat je anders niets meer kon zien. Pyjama klaargelegd en medicijnen, maar mijn lenzen was ik vergeten. Morgen beter, dacht ik. Het is nog wel even wennen, dat leven zonder elektriciteit!
En nu zit ik dus in Masaka! Gister en eergister waren mijn eerste dagen op de school, in Bukomansimbi. Dat was er leuk om te zien allemaal! De kinderen kijken allemaal op als je langsloopt en de leerkrachten zijn geïnteresseerd in wat je komt doen en hoe dingen in Nederland gaan. Je planning van die dag maak je op het moment dat je er bent.
De weg erheen bestaat uit dezelfde kleine wegen als die ik hierboven bescheef en ze gaan ook nog heuvel op en af. Gelukkig hebben we moutainbikes, maar het blijft een lastige rit. Ook wel even lekker, een beetje beweging! Gister heb ik de rit zelfs al in mijn eentje gemaakt. De weg is best makkelijk te onthouden en de mensen waar je langs komt zijn erg aardig. Ze komen vanzelf naar je toe als je ergens stil staat omdat je het niet meer weet. Het is goed dat ik dan het woord 'webale nnyo' (bedankt) ken :-). Als je langs fiets wordt je trouwens uberhaupt aangesproken en nageroepen, vooral door de kinderen. Het blijft voor hen bijzonder om een 'muzungu' (blanke) te zien. Ze roepen dan 'bye bye muzungu!'.
Ik heb Kalefu ook al ontmoet. Hij is de vader van Sylvia (het hoofd van de stichting en de school) en een beetje het 'dorpshoofd'. Hij krijgt veel respect en is een beetje de baas in het district. Hij heeft meerdere vrouwen en veel kinderen en kleinkinderen. Wij zijn nu ook een beetje zijn kinderen (we noemen hem ook 'Tata' (vader)) en van hem kunnen we bescherming verwachten. Dat geeft een goed gevoel. Als er iets gestolen wordt, of er is een conflict of een incident... Dan kunnen we vertrouwen op hem.
Al met al voel ik me dus zeer welkom op de school en in het dorp en is het juist extra leuk dat je zo middenin een andere cultuur zit.Maandag ga ik met Remedial Teaching en mijn onderzoek beginnen; ik heb er zin in!

Reacties

Reacties

Karin

Ja hoor, geef mij maar de schuld.. Die vele foto's moeten niet allemaal van 1 dag zijn.. Je hebt er bijna 3 maanden voor haha

Marjolijn

Haha leuk verhaal meid! Wat fijn dat de mensen allemaal zo aardig zijn, en je je helemaal welkom voelt.
Het verkeer zal inderdaad wel wennen zijn, jeetje wat een chaos zo te lezen.

Janneke

Hee Ann!

Wauw, wat een verhaal zeg!
Heel apart die cultuur. Dat je ook een soort dorpshoofd hebt en hem vader noemt, haha.
Heb je al een beetje een idee hoe je de lessen aan gaat pakken?
Ik verwacht nog veel meer foto's hoor, dus ze wennen er daar maar aan:P

xxx

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!