Een kind onder de evenaar, wordt later vaak een bedelaar.
Kinderen blijven kinderen. Zelfs als je 6.223 kilometers van de plek bent waar je over de ontwikkeling en het gedrag van kinderen studeert, zie je bepaalde eigenschappen terug die alle kinderen hebben. Zo zijn de kinderen van 5 jaar soms erg agressief en egocentrisch tegen elkaar, houden alle kinderen van individuele aandacht en zoeken ze de grenzen op van wat wel en niet mag en heb je ook hier pestkoppen en buitenbeentjes. Toch wordt mij meer en meer duidelijk dat deze kinderen wel echt een ander leven hebben, helemaal als je het vergelijkt met de kinderen uit armste gezinnen.
In deze blog dus een vergelijking van de eerste jaren van het leven van een kind in Nederland en in Oeganda.
In Nederland worden er 6 maanden voor je verwacht wordt al vele voorbereidingen getroffen; er is een kinderkamer voor je klaargemaakt met een eigen bedje, een commode, leuk behang en allerlei knuffels en speeltjes. Je wordt nog voordat je geboren wordt nauwlettend in de gaten gehouden door je ouders, een dokter, zusters, maar ook ooms, tantes, opa's en oma's. Bij de geboorte wordt ook alles door hen in goede banen geleidt. Niet alleen of je goed ligt en je hartslag goed is, maar ook of met je moeder alles goed gaat, of ze genoeg geholpen wordt door andere mensen om haar heen en of alles thuis aan kant en gereed is voor de baby. De eerste maanden krijg je zodra je begint te huilen borstvoeding of een schone luier of iets anders. Je wordt op je wenken bedient. Je herkent je moeder en je vader al snel aan hun geur, stem en manier waarop ze je aanraken. Je slaapt in een heerlijk zacht bedje met schone kleren en hebt het nooit te koud of te warm. Met de aandacht van je vader en moeder en andere mensen om je heen, wordt je uitgedaagd veel nieuwe dingen te leren, zoals het vastpakken van rammelaatjes, geluidjes maken, op handen en knieën je voortbewegen, en zo leer je steeds meer. Na een aantal jaren leer je dat sommige dingen ook niet mogen van je ouders. Er wordt je dan vertelt dat je dat niet mag doen omdat het bijvoorbeeld gevaarlijk is of dat het voor andere mensen om je heen niet prettig is als je dat doet. Als je het dan nog een keer doet, kan je moeder of vader je zo streng aankijken dat je er bang van wordt. En als je het nog een keer doet, mag je niet meer spelen tot je je beter gedraagt, of krijg je geen snoepje die middag. Op school leer je nog meer nieuwe dingen, krijg je nieuwe vriendjes en leer je nieuwe regels. Op school is het leuk, want er zijn zoveel boekjes die je kunt bekijken en later ook lezen, er zijn blokken waar je mee kunt bouwen en je leert nieuwe spelletjes van de juffrouw. En als je iets nieuws wil leren en vragen stelt, krijg je die mogelijkheid gelijk. Het is dus een drukte van jewelste om je heen. Al die andere kinderen die ook spelen, en al die verschillende materialen en hulpmiddelen die je tot je beschikking hebt maken je misschien wel zo enthousiast dat je soms even niet meer weet hoe snel je ergens mee wil beginnen of welk spel je moet kiezen. En moet je het dan met een ander kindje delen of wil je liever even rustig in je eentje spelen? Er zijn zoveel dingen om uit te kiezen! 's Avonds, als je weer thuis bent, wacht een gevarieerde maaltijd (elke dag wat anders) op je en daarna mag je nog even tv kijken en leest je moeder of vader een boekje met je. Het hele huis is stil als je dan eindelijk in je bedje ligt. Gelukkig brand er nog een klein lampje in je kamer, zodat je niet bang hoeft te zijn. En mocht je toch niet kunnen slapen of een nare droom hebben, dan kun je altijd nog bij je ouders in bed kruipen, want daar voelt het altijd veilig en vertrouwd.
Ik weet nog niet zo gedetailleerd hoe de eerste jaren van het leven van een Oegandees kindje eruit zien, maar ik kan me er al wel een beetje een voorstelling van maken, als ik naar de dorpjes hier kijk.
In Oeganda wordt je door je moeder in haar buik gedragen terwijl ze hard aan het werk is. Met een schop ploegt ze het land om achter het huis, om er nieuwe bananenbomen te kunnen laten groeien. Je moeder hoopt natuurlijk dat je gezond bent en bijvoorbeeld goed ligt, want anders kan de geboorte voor jullie een levensbedreigende situatie worden. Helaas is een controle of bevalling onder toeziend oog van een zuster of een arts veel te duur. Er moet gewerkt worden om geld voor jou te verdienen! Zolang je dus niet te zwaar wordt en jij je moeder geen pijn bezorgd, gaat ze door met werken tot dat het bijna zover is dat je geboren wordt. Dit gaat op de natuurlijke manier, het is elke keer maar hopen dat het goed gaat... Na je geboorte wordt je al snel weer mee het land op genomen, deze keer niet bij de buik van je moeder, maar op haar rug. Met een rechthoekige doek die bij haar borst en haar buik aan elkaar geknoopt zit, hang je als een buideltje achter haar terwijl ze het land bewerkt of naar een dorpje verderop loopt om boodschappen te halen. De warmte die je moeder afgeeft is prettig en je raakt al snel gewend aan haar geur en bewegingen. En om de zoveel tijd krijg je borstvoeding. Als je al een ouder broertje of zusje hebt, nemen zij de taak van je moeder dikwijls over. Ze nemen je dan net zo op hun rug als je moeder doet en gaan met je wandelen of spelen met andere kinderen in het dorp. Als je begint te huilen weet je broer of zus soms niet wat hij of zij moet doen, ook als blijf je lang huilen. Soms heb je honger en krijg je naast de borstvoeding iets te eten, zoals maïspap of bananen. Maar het komt ook voor dat er geen eten voor je is en het huilen niets helpt. Als je huilt omdat je pijn in je buikje hebt of misschien een raar gevoel in je oor, kunnen ze niets voor je doen, ook je moeder niet. Soms wordt je wel een beetje getroost, maar soms ook niet. In de eerste jaren leer je dat je moeder en vader ook erg streng kunnen zijn. Als je iets doet wat niet mag kunnen ze tegen je schreeuwen of je slaan. Daarom is het soms beter om maar niet te huilen of iets te vragen. Je leert op eigen kracht lopen en rennen. Soms is een dag bij het huis van je ouders zo saai, dat je rondjes gaat rennen voor het huis terwijl je een eigen liedje verzint. Of je gaat zoeken naar dingen waar je mee kan spelen. Je leert creatief te zijn. Je ziet je moeder veel werken op het land. Ze slaat met een of andere stok op het land zodat de aarde omhoog komt en soms probeer je haar na te doen. Het is wel lastig, want de grond onder je heeft soms harde steentjes die in je blote voeten snijden en je kleding is soms zo veel maten te groot dat je er in verstrikt raakt. 's Avonds eet je samen met je (vele) broertjes en zusjes elke middag en avond hetzelfde. Je moeder maakt het in een klein hutje naast het huis op een (kamp)vuurtje in een grote pan. Soms, als het mee zit, krijg je naast de maïspap ook matooke (bananen). En soms, als het tegen zit, krijg je heel weinig. Als het donker wordt leg je je matje klaar in de woonkamer, om te gaan slapen. Je ouders slapen in de andere kamer van het huis. De volgende dag is weer precies hetzelfde. Je hebt dezelfde kleren aan, dezelfde taken, hetzelfde eten. De rest van je leven leer je wat je moeder en je vader voor werk doen en kan je steeds meer zelf doen. Maar je ziet ook dat sommige andere kinderen die langs de weg lopen schooluniformen aanhebben of kunnen fietsen. Was jij ook maar zo rijk, denk je dan. Waarom kan ik niet naar school? Het lijkt erop dat sommige mensen gewoon geluk hebben en ik niet. Ik weet niet wat ik eraan kan doen; vast niet zoveel.
Terwijl ik dit typ, kijken hier op school een paar kinderen door het raam ons ‘kantoortje' binnen om gebiologeerd op te nemen wat wij in hemelsnaam op die rare elektronische apparaten aan het doen zijn. Deze kinderen kunnen wel naar school, maar wat een laptop is weten ze nog steeds niet echt. Het verhaal wat ik heb getypt is er een van de allerarmste gezinnen. Ik heb veel informatie gehaald uit wat ik van mijn huisgenoten hoor die hier al langer zitten, maar ook wat ik zelf zie als ik door de dorpjes fiets of wandel. Gelukkig kunnen sommige moeders wel naar het ziekenhuis om te bevallen en kunnen veel kinderen wel naar school en een beter leven krijgen dan hun ouders. Hopelijk groeit dit aantal, de komende decennia. En er zijn ook mensen die dan wel boer zijn en weinig extra's hebben, maar ze hebben in ieder geval wel elke dag eten (van hun eigen land) en zijn denk ik best gelukkig. Geluk is natuurlijk relatief. Net als rijkdom. In Nederland ben je rijk als je twee auto's hebt, in Oeganda ben je rijk als je twee fietsen hebt of een boda boda. Wat ik met mijn bijbaantje verdien, is meer dan de leerkrachten hier per maand. Nou is het prijspijl ook lager, niet zóveel lager. En bovendien zijn producten uit Amerika of Europa (zoals medicijnen) dus duidelijk onbetaalbaar voor deze mensen. Gelukkig komen er ook goedkopere producten uit Azië (zoals (namaak)medicijnen) en heeft Afrika ook zijn eigen producten (zoals heerlijke ananas of passievrucht). Maar het blijft een gek idee, dat ik zoveel meer heb dan zij en altijd maar dacht een arme student te zijn...
Reacties
Reacties
En nou nog foto's,heb je de foto's van Petra wijsman op facebook gezien. Ik heb er zin in !!!!
Best heftig om te lezen. Contrast tussen arm en rijk blijft er altijd, maar ook tussen rijk en extreem rijk. Dat ga ik denk ik de komende week in Dubai wel ervaren..... Liefs!
een boeiend verhaal Annemiek, kan me ook voorstellen
dat je af en toe heel kwaad wordt waarom het zo anders
gaat . Hou je haaks!
Leuke interessante verhalen allemaal Annemieke! Ik weet nog heel goed dat hun manier van lesgeven soms echt onbegrijpelijk is voor ons! Veel herkenbare dingen voor mij! Vind je ook niet dat de mensen daar heel warm en gastvrij zijn? Keep us updated en succes en plezier ;-) Liefs
Leuk om je verhalen te lezen! Fijn dat je al zo veel hebt leren kennen van de Oegandeese cultuur. Het boeit me erg hoe je schrijft :)
Liefs, Gaby
Hallo rijke arme student wij volgen je gezellige brieven met veel belangstelling. succes verder en liefs van opa en oma
Beeldend en knap beschreven Annemieke, petje af. Wat zijn wij toch (meestal) verwend hè? Ik kan het grote verschil nog steeds moeilijk bevatten. En dan heb je ook nog zoveel kinderen waarbij de mama en/of de papa er niet meer zijn om voor ze te zorgen. De school zit er bijna vol mee... :(
Een stukje lopen richting school (ik dacht net voorbij de kruising naar het kerkje) staat een huisje van een jonge jongen die geen ouders meer heeft en daar helemaal voor zichzelf zorgt. Ongelofelijk. Hij liet via Ssentongo weten dat hij zo graag met ons had willen praten, maar geen Engels heeft geleerd, omdat hij niet naar school is gegaan.
Ik mis de vader in het verhaal over het gezin vertel je over de moeder, broertjes en zusjes. Kun je een keer iets vertellen wat de kerels doen die je daar ziet en tegenkomt.
Het zijn mooie verhalen. Doe voorzichtig en ik wens je een goede en behouden thuiskomst.
Tsjonge Annemieke,
Wat een ervaringen doe je op!!
Veel groeten, ook van Jeroen,
Marian.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}